• Producten & Systemen
  • Expertise
  • Documentatie
  • Bedrijven
  • Utrecht, Trajectum College

    FAQ Gipspleisters

    Veelgestelde Vragen over Gipspleister: Antwoorden en Informatie

    Welkom op onze FAQ-pagina gewijd aan gipspleister. Bij Knauf begrijpen we dat je wellicht vragen hebt over onze gipspleister en hoe je deze optimaal kunt gebruiken voor jouw bouw- of renovatieprojecten.

    Op deze pagina hebben we een uitgebreide verzameling veelvoorkomende vragen, technische informatie en handige tips samengesteld met betrekking tot gipspleister. Het is ons doel om ervoor te zorgen dat je goed geïnformeerd bent en vol vertrouwen kunt beslissen hoe je onze hoogwaardige gipspleister kunt inzetten in jouw projecten.

    We nodigen je uit om de onderstaande vragen en antwoorden te verkennen om jouw kennis over gipspleister en zijn diverse toepassingen te vergroten.

    Gipspleisters

    In het geval van privé badkamers kan men zonder problemen traditionele gipspleisters (Knauf MP 75, Goldband of andere) toepassen. Dit kan alleen als de pleister niet wordt blootgesteld aan spatwater. Op plaatsen waar dit wel het geval is (bijvoorbeeld rondom het bad, of in vochtige ruimten met een RV <60 %), kan men bijvoorbeeld een waterafstotende gipspleister zoals Knauf AquaStuc toepassen. Een tijdelijke blootstelling aan een vochtig klimaat heeft geen negatieve invloed, mits de pleister vervolgens correct kan drogen.

    Gipspleisters (zelfs waterafstotende pleisters) mogen echter nooit toegepast worden in ruimten met een binnenklimaatklasse IV (dus met een RV > 60 %), zoals bijvoorbeeld zwembaden, vochtige industriële ruimten, publieke kleedkamers etc. In dit geval raden wij de cementgebonden pleisters aan (gamma Knauf UP 210 W) en een bijkomende afdichtingen (zoals douchedichtset, betegeling, geschikte verf etc.).

    De gipspleister moet volledig droog zijn voordat hier een betegeling of verflaag op aangebracht kan worden. Indien nodig moet de ruimte verwarmd worden (warme lucht kan meer vocht opnemen), maar veel belangrijker is deze vochtige lucht te evacueren uit de ruimte door een goede ventilatie of door gebruik te maken van speciale bouwdrogers. Onder goede omstandigheden kan een gipspleister al na een viertal weken voldoende droog zijn. 

    Met een mineraal pleister (mineraal komt in vrije vorm in de natuur voor) wordt doorgaans een pleister uit cement of kalk met een korrel (zand, marmer, kalksteen, enzovoort) bedoelt. Maar ook een gipspleister is eigenlijk een mineraal pleister, aangezien een gipskristal een mineraal is. Er bestaan echter ook pleisters die mengelingen zijn van verschillende bindmiddelen (bijvoorbeeld kalkcementpleister). 

    Een muur bestaande uit metselwerk met een gipspleister en een wand die opgebouwd is uit een houten of metalen geraamte of met gipsplaten, zijn twee totaal verschillende systemen met een verschillende werking. Wanneer deze muren in elkaars verlengde staan, zou je kunnen stellen dat de aansluiting tussen de verschillende materialen (gipspleister-gipsplaat) eenvoudig opgevuld wordt met hetzelfde voegproduct dat je gebruikt voor het afwerken van de gipsplaten. Bij deze techniek is het risico op scheurvorming ter hoogte van deze aansluiting, omwille van de verschillende werking van de systemen, echter zeer reëel. Daarom is deze werkwijze niet echt aan te raden.

    De ideale oplossing is: het voorzien van een verticale dilatatie/ uitzettingsvoeg op de plaats van deze aansluiting. Dit kan je concreet verwezenlijken door gebruik te maken van een gipsplaat met een rechte en zuivere kant (het maken van een zogenaamde decoratieve schaduwvoeg) of door gebruik te maken van stop- of uitzettingsprofielen voor gipsplaten. 

    Scheuren in een gipspleister kan men V-vormig openkrabben. Vervolgens deze behandelen met een primer (Knauf Diepgrond) en daarna terug opvullen met een hard voegproduct zoals Knauf Uniflott of een zacht voegproduct zoals Knauf Renoband. Later wordt het gehele plafond/ wand voorzien van een gepaste verflaag. Uiteraard dient men er eerst zeker van te zijn dat de ondergrond stabiel is en ook wat de oorzaak van de scheurvorming is. De genoemde herstelmethode heeft een kans van slagen als de scheurvorming stabiel is en niet meer verder ontwikkeld. ls de kans groot is dat barstjes en scheurtjes terugkeren, kan je een elastische muurverf op scheuren aanbrengen. Vraag hiernaar in de verfspeciaalzaak. Verder kan je ook glasvliesbehang aanbrengen, het glasvlies is stevig genoeg om scheurtjes op te vangen. Glasvlies is het bekendst in verschillende reliëfdessins, maar bestaat ook in een gladde versie, die hiervoor ook geschikt is.

    Een bekend probleem is dat oude metselwerken soms zacht, poederig en niet vast zijn. Ongeacht de voorbehandeling, zal de hechting van het pleister dan nooit optimaal zijn. Men kan kiezen voor een speciale metalen wapening; Knauf Stucanet SN, die eerst met pluggen op de wand wordt bevestigd (let op: de pluggen moet corrosiebestendig, voldoende lang en compatibel met deze zachte ondergrond zijn). Vervolgens wordt het gips door de wapening op de ondergrond aangebracht. Een andere mogelijkheid is natuurlijk het plaatsen van een houten of metalen structuur met hierop gipsplaten die afgewerkt worden volgens de regels der kunst. Zo blijft men volledig onafhankelijk van de kwaliteit van de ondergrond.

    Nee, dit is af te raden. Je kan het beste een nieuw regelwerk aanbrengen en hierop Stucanet of Knauf Stucplaten plaatsen. Enerzijds creëer je zo een spouw tussen de rugkant van de pleisterdrager en het dampscherm of isolatie, waardoor het gips sneller zal drogen. Dit komt het gips alleen maar ten goede. Anderzijds kan je het gips goed in de gaatjes van het Stucanet en in de open voegen tussen de Knauf Stucplaten drukken om een goede hechting te krijgen. Wanneer je de pleisterdrager tegen het dampscherm of isolatie drukt, is dit niet optimaal.

    De aanwezigheid van uitbloeiingen op het oppervlak van een pleister of het metselwerk duidt op een probleem van zouten, afkomstig van het metselwerk. Dit kan wel degelijk leiden tot schade (onthechting, degradatie) aan de pleisterlaag of eventueel aan de later aan te brengen afwerklagen (behang, verf, enz.). Het risico hangt af van diverse factoren zoals: de aard van de zouten, de hoeveelheid, het vochtgehalte van de ondergrond, enz. Dikwijls gaat dit fenomeen ook gepaard met een vochtprobleem.

    Op een geverfde ondergrond kan je niet met een sluitende garantie een traditionele gipsbepleistering aanbrengen. Het risico dat de oude verflaag loskomt onder invloed van het nieuwe, natte gewicht van de pleisterlaag is reëel en de hechting van het pleistermateriaal zal nooit optimaal zijn, zelfs niet als je gebruikmaakt van een speciale primer. Met alternatieve methoden zoals het gebruik van pleisterdragers, metalen wapening Stucanet SN en Knauf Voorzetwanden kan je deze situatie wel aanpakken, maar doorgaans vergen deze methoden een bijkomende dikte van meerdere centimeters. De eenvoudigste oplossing is het aanbrengen van een speciale, dunne plamuurlaag. Je moet daarvoor eerst het oppervlak grondig reinigen en ontvetten. Vervolgens kan je hierop een speciale primer, zoals isokontakt, en een synthetische en klevende plamuurlaag Knauf Fill & Finisg Light aanbrengen met een dikte van enkele millimeters. Na het drogen kan deze afwerklaag nog licht opgeschuurd worden.

    De beschikbare kleuren voor onze buitenpleisters zijn geklasseerd volgens onze eigen kleurenkaart: Knauf Colormix. Het is daarom niet mogelijk een exacte overeenkomst te geven met referenties afkomstig van andere kleurensystemen (bv. RAL, NCS, Pantone of andere). De RGB referentie van de betrokken Knauf kleur kan wel bepaald worden. Deze RGB referentie is een combinatie van 3 waarden, die respectievelijk overeenkomen met het niveau van rood, groen en blauw in de kleur.

    Een kleurenvergelijking blijft steeds een moeilijke en delicate oefening. De perceptie van een kleur is verbonden aan de reflectie van het licht op het oppervlak. In dat opzicht moeten er dus meerdere externe factoren in acht genomen worden, onder andere de ruwheid/gladheid van het oppervlak, de glansgraad, aard van de afwerking (mineraal of organisch), aard van de ondergrond, oriëntatie van het oppervlak, enz. Het is daarom altijd aan te raden om ter plaatse een vergelijking te maken op basis van de gekozen kleurreferentie (RAL, NCS, KNAUF, enz.) en eventueel de keuze te verfijnen op basis van reële kleurstalen.

    Voorafgaand wordt gecontroleerd hoe stabiel, stofvrij, hechtend en hard de bestaande pleister is. In het geval van twijfel wordt de oude laag verwijderd en vervangen door een nieuwe bepleistering. Op een stabiele en goed hechtende bestaande gipsbepleistering, en na voorbehandeling met een geschikte primer, adviseren we meestal een dunlagige afwerking (in pastavorm of een dunpleister op gipsbasis). Indien men in bepaalde omstandigheden toch dikker moet pleisteren, is het gebruik van een pleisterdrager te overwegen om de hechting te garanderen. Hiervoor kan men de Knauf Stucanet SN gebruiken ; dit is een verzinkt stalen net, die met geschikte roestvrije, stalen fixaties mechanisch wordt bevestigd tot in de draagkrachtige ondergrond. Ook in dit geval wordt van de bestaande ondergrond het oppervlak  vooraf stofvrij gemaakt en behandeld met een geschikte primer. Ter hoogte van kritische overgangen is het aan te raden in de nieuwe pleisterlaag een wapeningsweefsel in te bedden.

    Fijne barstvorming is een fenomeen dat zich mogelijk kan voordoen op sierpleisters die worden geplaatst op basispleisters in buitenbereik. Dit komt vooral voor bij pleisters op basis van een hydraulisch bindmiddel (kalk- of cementrijke producten). Meestal uit zicht dit in de vorm van een willekeurig net van haarscheurtjes, deels of over het hele oppervlak. Het ontstaan van deze haarscheurtjes wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals de aard van de sierpleister, ongunstige drogingsomstandigheden (wind, hoge temperaturen, …) of de verwerking (hoeveelheid water, type werktuigen, …). Volgens de geldende richtlijnen zijn stabiele haarscheurtjes met een breedte kleiner dan 0,2 mm en met een beperkte lengte aanvaardbaar en zullen dergelijke fijne barsten geen afbreuk doen aan de technische en mechanische eigenschappen van het systeem. In de meeste gevallen zullen dergelijke barsten eerder zorgen voor een esthetisch ongemak (des te meer indien de afwerking een fijne korrelgrootte bezit), hetgeen beperkt kan worden door de toepassing van een egaliserende en overbruggende verf (zoals Knauf Protect).